Activiteiten om semantische kennis te ontwikkelen
Semantische kennis is het vermogen om verhalen te begrijpen. Dit omvat het vermogen om de betekenissen van woorden in verschillende contexten te begrijpen, alsook kennis van de betekenis van relaties tussen woorden. De hier opgesomde activiteiten zullen helpen om semantische kennis te ontwikkelen
Semantiek verwijst naar de betekenissen van woorden en hoe ze zich tot elkaar verhouden. Dit kan worden beïnvloed door slechte auditieve geheugenvaardigheden en kan ernstige gevolgen hebben voor leerlingen in de klas. Als ze het leren van nieuwe woordenschat niet kunnen vasthouden, zullen ze moeite hebben om nieuwe concepten en ideeën te begrijpen. Dit zal ook gevolgen hebben voor hun vermogen om hun eigen ideeën uit te drukken.
Leerlingen met moeilijkheden op dit gebied kunnen:
Zie ook: 52 fantastische schrijfopdrachten voor de vijfde klas- woordvindingsproblemen (zie aparte pagina over woordvindingsactiviteiten)
- moeite met woordclassificatie
- moeite met het ontwikkelen van meer dan een letterlijk begrip van een tekst
- een slecht auditief geheugen op korte termijn
- een behoefte om tijd te krijgen om informatie te verwerken
- kinesthetische krachten, leren beter door het gebruik van concrete materialen en praktische ervaringen
- visuele sterke punten, leren graag met behulp van visueel materiaal (grafieken, kaarten, video's, demonstraties).
Bestel de bestseller A-Z van speciale behoeften voor elke leraar voor veel meer activiteiten en hulp.
Activiteiten om semantische kennis te ontwikkelen
- Vergelijkende vragen - bv. "Is de rode bal groter dan de blauwe bal?
- Tegenstellingen - met behulp van alledaagse voorwerpen (bv. dunne/vette potloden, oude/nieuwe schoenen).
- Sorteren - zowel echte als afgebeelde voorwerpen in eenvoudige gegeven categorieën (bv. voorwerpen die we kunnen eten, voorwerpen die we gebruiken om te schrijven en te tekenen).
- Classificatie - vraag de leerlingen om zowel reële als picturale voorwerpen in groepen te sorteren, aan de hand van hun eigen criteria.
- Bingo - eenvoudige picturale categorieën (stel vast dat elke leerling de categorie op zijn grondbord begrijpt voordat hij aan het spel begint).
- Een vreemde eend in de bijt - vraag de leerlingen de voorwerpen te identificeren die niet in een bepaalde categorie thuishoren en geef de redenen daarvoor.
- Welke kamer? - vraag de leerlingen om foto's van voorwerpen te koppelen aan specifieke kamers in het huis en de redenen voor hun keuze te geven.
- Waar ben ik? - een leerling kiest een plaats in de klas om te staan of te zitten en vraagt "Waar ben ik?" De andere leerlingen moeten een reeks voorzetsels gebruiken om de positie van de leerling te beschrijven, bijvoorbeeld "Je staat voor het bureau van de leraar", "Je staat naast het whiteboard".
- Vergelijkingen - activiteiten in wiskunde (voorwerpen vinden die korter zijn dan, langer zijn dan).
- Tegenstellingen tussen concepten - conceptwoordenschat introduceren op verschillende gebieden van het curriculum, met behulp van visuele/concrete materialen (bv. hard/zacht, vol/leeg, zwaar/licht, zoet/zuur, ruw/glad).
- Homofoonparen, snap, pelmanisme - met behulp van afbeeldingen en woorden (bijv. zien/zee, ontmoeten/vlees).
- Samengestelde woord domino's - bijv. start/ bed//kamer/naar/dag/voor/get/pan/koek/hand/zak/ afwerking .
- Samengestelde plaatjes - plaatjes die een samengesteld woord vormen (bv. voet/bal, boter/vlieg).
- Woordfamilies - verzamel woorden die tot dezelfde categorie behoren (bv. groenten, fruit, kleding).
- Synoniem snap - dit biedt een inleiding tot het gebruik van een eenvoudige thesaurus (bv. groot/groot, klein/klein).
Van A-Z van speciale behoeften voor elke leraar door Jacquie Buttriss en Ann Callander
Zie ook: 12 Adam en Eva activiteiten