De tegenwoordige tijd uitgelegt + 25 voorbeelden

 De tegenwoordige tijd uitgelegt + 25 voorbeelden

Anthony Thompson

Present continuous of present progressive acties gebeuren nu of BIJNA nu. Present continuous staat voor tijdelijke acties en acties in uitvoering. Het kan ook staan voor gewoontes die altijd gebeuren of plannen voor de nabije toekomst. Hier zijn een paar signaalwoorden die Engelse taalleerlingen helpen bij het herkennen van de present progressive tense.

op dit moment momenteel nu op dit moment vandaag vanavond deze dagen dit jaar
momenteel Luister! Kijk uit! Kijk! excuseer me morgen volgende maand om _ uur
vanmiddag morgenochtend

De beste manier om niet-moedertaalsprekers te onderwijzen en te helpen bij het begrijpen van tijdsuitdrukkingen is door de werkwoordstijden weer te geven met een tijdlijn. Hier is een tijdlijn die goed werkt om de tegenwoordige continue of progressieve tijden weer te geven.

Regels voor de tegenwoordige tijd werkwoord

Hieronder staan regels voor de tegenwoordige voortdurende werkwoordstijd die bijna altijd worden gevolgd bij het schrijven over de progressieve tijd.

Positief (+) Onderwerp + ben/is/zijn + werkwoord (ing) Je drinkt koffie.
Negatief (-) Onderwerp + ben/is/zijn + werkwoord (ing) Je drinkt geen koffie.
Vraag (?) Am/is/are + onderwerp + werkwoord (ing) Drink je koffie?

Present Progressive Tense Werkwoord Tense Pronoun Chart

Met de voornaamwoordkaart kunnen leerlingen leren welke werkwoordsvorm bij het onderwerp hoort. Dit is een tabel die kan helpen bij het bepalen van het juiste vervoegde werkwoord.

I ben eten
Jij zijn eten
hij/zij/het is eten
We zijn eten
Ze zijn eten

Tegenwoordige progressieve tijd Gewoontehandelingen (altijd)

De habitual present is een werkwoord in de tegenwoordige tijd dat wordt gebruikt om te spreken over iets dat vaak of regelmatig gebeurt. Het staat bekend als zowel een gewoonte als een routine. Het is iets dat de persoon of het ding altijd doet.

1. Ze is altijd zingende in de douche. (zingen + ing = tekenen)

2. Hij is altijd het vergeten van om de lichten uit te doen. (vergeten + ing = vergeten)

3. Het is altijd eten . (eat + ing = eten)

4. Ze zijn altijd dansende in de klas. (dans + ing = dansen)

5. Ze zijn altijd het spelen van voetbal na school. (play + ing = spelen)

Tegenwoordige progressieve tijd Onvolledige handelingen

De tegenwoordige progressieve tijd, die bestaat uit het hulpwerkwoord "zijn" plus een werkwoord dat eindigt op "-ing", wordt gebruikt om handelingen te beschrijven die momenteel plaatsvinden of die nog aan de gang zijn maar nog niet zijn beëindigd; de handelingen vinden nog steeds plaats in het huidige moment.

1. U bent start het project. (start + ing = beginnen)

2. Zij zijn rijden naar school. (drive + ing = rijden)

3. Hij is werken de hele dag. (werk + ing = werken)

4. Zij is slapend . (slaap + ing = slapen)

5. Ik ben studeren Engels met mijn vriend. (studie + ing = studeren)

Voorbeelden van negatieve zinnen in de tegenwoordige tijd

Door de negatieve vormen van het tegenwoordige progressieve werkwoord, zoals ben niet, is niet, of zijn niet, te combineren met de ing-vorm van het werkwoord ontstaat de negatieve tegenwoordige progressieve tijd (het tegenwoordig deelwoord).

1. Hij is niet staand op zijn post. (stand + ing = staan)

2. Ze zijn niet vertellen de waarheid. (tell + ing = vertellen)

3. Dat is ze niet. living hier. (leven + ing = leven)

4. De leraar is niet schreeuwend bij de studenten. (yell + ing = schreeuwen)

5. Wij zijn niet zittend daar niet meer. (sit + ing = zitten)

Voorbeelden van positieve zinnen in de tegenwoordige tijd

De present progressive wordt gebruikt om een activiteit aan te geven die nu aan de gang is. "Ik ben aan het lezen" Deze constructie verschilt van de simple present, present perfect en present perfect progressive ("Ik heb gelezen").

1. Ik ben start Universiteit in de herfst. (start + ing = beginnen)

2. Kate is koken diner. (kok + ing = koken)

Zie ook: 15 Brandpreventieweek activiteiten om kinderen en volwassenen veilig te houden

3. De kinderen zijn eten snoep. (eat + ing = eten)

4. U bent zingende een mooi liedje. (zingen + ing = zingen)

5. De hond is jagen op de kat. (chase + ing = chasing)

Vragen over de tegenwoordige tijd

Als je een vraag in de tegenwoordige tijd stelt, moet je zowel het hoofdwerkwoord als het hulpwerkwoord gebruiken, tenzij het hoofdwerkwoord "zijn" is. Onthoud dat het hulpwerkwoord, doen of doet, verandert afhankelijk van het onderwerp. Hier zijn enkele vragen in de tegenwoordige tijd.

1. Ben ik koken eten vanavond? (kok + ing = koken)

2. Is Jack bakken een taart? (bake + ing = bakken)

3. Is de hond blaffend ? (blaffen + ing = blaffen)

Zie ook: 20 boeiende bingo-activiteiten voor in de klas

4. Is het regent ? (regen + ing = regent)

5. Zijn Sam en Andy slapend ? (slaap + ing = slapen)

Anthony Thompson

Anthony Thompson is een ervaren onderwijsconsulent met meer dan 15 jaar ervaring op het gebied van onderwijzen en leren. Hij is gespecialiseerd in het creëren van dynamische en innovatieve leeromgevingen die gedifferentieerd onderwijs ondersteunen en studenten op zinvolle manieren betrekken. Anthony heeft met een breed scala aan leerlingen gewerkt, van basisschoolleerlingen tot volwassen leerlingen, en is gepassioneerd door gelijkheid en inclusie in het onderwijs. Hij heeft een masterdiploma in onderwijs van de University of California, Berkeley, en is een gecertificeerde leraar en instructiecoach. Naast zijn werk als consultant is Anthony een fervent blogger en deelt hij zijn inzichten op de blog Teaching Expertise, waar hij een breed scala aan onderwerpen met betrekking tot onderwijs en onderwijs bespreekt.